Breng me naar waar het zachte water is,
Koele doorkijkmantel, vloeiende
Huid die het lichaam vrij maakt,
Breng me naar waar een beer van een zon
De boom van het leven plant
En het paren van een man en een vrouw
Zwaarteloos is: twee vogels
Synchroniseren hun vleugelslag,
Breng me naar waar de dieren
Met hun eigen stemmen toch
Praten en roepen als kinderen, en waar –
Nee, laat me blijven waar ik ben,
Ik wil geen nieuwe aarde,
Maar een bestaanbare.
Uit: Hans Andreus, Laatste Gedichten
/f.eu1.jwwb.nl%2Fpublic%2Fh%2Fm%2Fk%2Ftemp-cnazocefbxqkicbqtwqv%2Fe2qzob%2Fimage-7.jpeg)